Hieronder volgt een fragment uit de "Hikayat Tanah Hitu", kroniek over de geschiedenis van Ambon-Hitu van 1450 tot 1646, geschreven in Makassar omstreeks 1655 door Ridjali, een Ambonees geschiedschrijver. Het fragment hieronder beslaat de periode 1595 - 1618, gedurende welke Steven van der Haghen 3 maal in Oost-Indie verbleef.
Het vertegenwoordigt de pagina's 104 t/m 111 uit het proefschrift van Z.J. Manusama ("Hikayat Tanah Hitu: historie en sociale structuur van de Ambonse eilanden in het algemeen en van Uli Hitu in het bijzonder tot het midden der zeventiende eeuw" ,Leiden, 1977 ), die de transcriptie en ook de vertaling van het manuscript verzorgde.
Het Moluks Historisch Museum en het Landelijk Steunpunt Educatie Molukkers (LSEM) te Utrecht hebben op 18 juni 2004 het proefschrift in boekvorm uitgebracht met als titel "Historie van Hitu. Een Ambonse geschiedenis uit de zeventiende eeuw" door Ridjali. Voor meer informatie: www.lsem.nl

[verklaring der tekens: [p.xxM]= pagina xx van het Manuscript; [p.xxxP]= pagina xxx van het proefschrift]

 

ALKISSAH xx

[hiervoor: relaas van de strijd tussen de Hituezen en de Portugezen tussen 1590 en 1600]
......ten achtste de voorvechter [p.104P][p.35M] Nasi-ela. Zij waren de vermaarde krijgsoversten in Hitu. Meer noem ik niet op, uitgezonderd Jumat de held der godsdienst. Hij was de meest beroemde voorvechter en de krijgshaftigste van allen. Daarom woedde de heilige strijd hevig in het land Hitu. En ik noem de krijgsoversten der vervloekte ongelovigen : ten eerste Don Duarte, ten tweede kapitein Sancho, ten derde Paulo Kastanya en Don Tamura en Dirgurumaridisi en Siku Kisua en Don Disera en Fernando Melo en Antoni Laliru. Meer noem ik er niet. Tot hier toe werd de strijd tegen de ongelovigen op Ambon bijzonder geroemd. In die tijd waren er verliezen en overwinningen aan beide zijden. Ik noem de overwinningen van de Muslims op de ongelovigen: ten eerste de overwinning op een schip in Bandan, ten tweede op een ander op het strand van Hitu en ten derde samen met de vloot van Bandan op een ander en ten vierde het aflopen van een gewapende sloep en ten vijfde het aflopen van een razeil 428). Meer vertel ik niet. En door de ongelovigen werden evenzo overwinningen behaald op de Muslims, aangezien de heilige strijd op Ambon vanaf de strijd van Don Duarte 429) tot de strijd tegen Furtado zeventig jaar duurde. Toen Furtado nog niet was gekomen, arriveerde een Nederlands schip. Het voer de baai van Hitu binnen 430) en de Hituezen vroegen aan hen: "Waar komt gij vandaan en wat is de naam van Uw land?" En zij antwoordden: "Wij zijn van Holland gekomen [p.36M] en de titel van onze vorst is Prins". De Hituezen zeiden: "Mogen wij Uw vloot vragen ons te helpen?" Zij zeiden: "Waarom zou het niet mogen. Het is mogelijk, maar laat dat aan de Prins en de grote heren in Holland weten, opdat wij van hen het bevel vernemen, of het wel of niet mag". De vier perdana's zeiden: "Indien het aldus is, breng dan eerst deze boodschap van ons over. Wat zal de wens van de Prins en de hoge heren zijn, moeten wij daarheen of wordt er hierheen afgevaardigd". En met geschenken als bewijs van Ambon zeilden zij terug naar Holland om de boodschap over te brengen aan de grote heren van Holland. Toen de Westmoesson aanbrak, kwamen de kapitein—admiraal

428) razeil = (veroud.) groot zeilschip voorzien van razeilen
429) lees: Diogo Lopez de Azevedo
430) van Neck 1598: 16 - van Warwijck voer op 3 Maart 1599 Hitu binnen

[p.105P] Cornelis 431) (en) Steven van der Hagen 432). Zij maakten hun opwachting bij de vier perdana's en sloten een overeenkomst betreffende de beloning en namen een besluit over het geen verricht moest worden: Een handeling, die niet strookt met de adat, zal door beide partijen worden nagelaten. Als beloning werd overeen gekomen: Indien de vesting wordt overwonnen, betalen de Hituezen vierhonderd bahars aan de Nederlanders. De vesting en de wapens en de kleurlingen ko-men toe aan de Hituezen en de blanken aan de Nederlanders. Indien een schip wordt veroverd moeten veertig bahars worden betaald. Het schip en de wapens en de blanken komen toe aan de Nederlanders, de kleurlingen aan de Hituezen. Daarna ging en zij naar Kota Laha en verkenden de vesting der Portugezen. En zij [p. 37M] zeilden terug naar Holland en brachten al de beloften over aan de Prins van Oranje en de grote heren in het land van Maurits. Zes lieden, die graaf genoemd werden, dat waren grote en welgestelde handelaren, vermaard in Holland, waren de eigenaren van de handelsschepen, die naar de benedenwindse landen voeren. En ik vertel zoals het mij is overgeleverd dat nadat het schip weggezeild was, de kapitein der Portugezen aan de vier perdana's aldus liet zeggen: Kom, laat ons vrede sluiten en de orde herstellen in het land Ambon". Maar de vier perdana's weigerden, omdat zij de overeenkomst met admiraal Steven van der Hagen indachtig waren. Omdat zij die overeenkomst niet wilden verbreken, vochten beide partijen onophoudelijk tot de komst van Furtado. Zo is het nu eenmaal gestelde als men verdragen sluit.

Alkissah XXI.

Het verhaal omtrent de komst van Furtado. Toen Furtado met zijn vloot kwam 433) overviel hij de negeri Hitu. En de negeri Hitu werd naar de berg Binau verplaatst en hij beklom die en vocht daar. Na enige tijd veroverde hij die berg 434) en alle negeri's onderwierpen zich aan hem. Perdana Tubanbesi en orang kaya Patilima 435)

43l) Sas van der Goude 1599 l - Cornelis Jansz. Schouten, schipper op de Sonne"
  1. op. cit.: 11 - 2 Mei 1600 voor Ambon
  2. Rumphius 1910a: 13 - aankomst in Ambon 9 Februari 1602
  3. op.cit.:14 - 7 April 1602 voor Nau en na 7 dagen ingenomen
  4. in de tekst staat "Patiwani"
laatste wijziging: 15 december 2004: kleine schrijfkundige verbeteringen
deze tekst is sinds december 2003 via internet beschikbaar