Steven van der Haghen, gouverneur van Ambon.

Er heerst enige onduidelijkheid over het gouverneurschap van Van der Haghen over Ambon. Sommigen vermelden het met de toevoeging dat het feitelijke gouverneurschap uitgevoerd zou zijn door Adriaen Block Matensz. en vervolgens door Herman van Speult. Bij sommigen verdwijnt Van der Haghen geheel van de lijst van gouverneurs.
Alhoewel het maar een detail is, vind ik het belangrijk om te trachten duidelijkheid hierin te brengen, al was het alleen al omdat uit de toon van zijn brieven blijkt dat hijzelf zich, als de "veroveraar" van Ambon, nog steeds zeer betrokken bij het wel en wee van het eiland voelde.

Uit de brieven van Steven blijkt dat hij onafgebroken vanaf 26 November 1616 tot April 1618 op Ambon is geweest en zeer aktief bezig is geweest de zorgelijke situatie op West-Ceram, met Hitoe en de dorpen boven het fort te verbeteren alsmede de banden met en de autoriteit over de Uliasser eilanden, Uliasser (ook wel "Lease" genoemd, thans: Saparua) , Oma en Nusalao (thans: Nusa Laut) te herstellen.

In zijn brief van 26 mei 1617 (Tiele, p.211) schrijft Van der Haghen dat de gouverneur (dwz Block Martensz) een ernstige fout gemaakt heeft in zake de rebellie van de dorpen boven het kasteel. Ondanks gemaakte afspraken heeft hij Capitein Hitoe niet ingeschakelend om tesamen een lijn te trekken tegen de rebellen. Kort daarop volgt in de brief van 14 augustus 1617 de melding dat gouverneur Block Matensz. "sijnen tijt wtgedient hebbende wiert op sijn versoeck gelicentieert om naert vaderlandt te gaen" (Tiele, p. 217).

In de brief van 16 augustus 1617 aan directeur Coen (Colenbrander, p.257) staat dat Block Martensz op 12 juli 1617 afgevaren was naar Java en in de brief van 14 Augustus 1617 aan de bewindhebbers te Amsterdam meldt Steven dat hij op 27 Juli officieel door G.G. Reael tot gouverneur van Ambon benoemd was.
In zijn brief aan de bewindhebbers te Amsterdam van 4 April 1619 meldt Van Speult de absentie van Van der Haghen, "nu een rond jaar".
Raadpleging van de "Copie resolutiën genomen tot Amboijna van 9 Jan. 1617 - 24 Juli 1619" (ARA VOC 1070 folio 470 a 516) blijkt dat Van der Haghen vanaf het begin tot aan 19 februari 1618 alle 31 (!) resolutien tekende, terwijl Herman van Speult alle resolutiën gedurende die periode van twee en half jaar tekende. Kennelijk eerst als opperkoopman en later als Luitenant-gouverneur.

Gezien bovenstaande lijkt het me voldoende "bewezen" dat Steven van der Haghen in feite vanaf 26 November 1616 tot midden februari 1618 het hoogste gezag op Ambon uitoefende, hetgeen pas op 27 Juli 1617 geformaliseerd werd.

Van midden februari 1618 tot zijn vertrek vanuit Oost-Indië (Oktober 1619) was Van der Haghen inderdaad slechts formeel gouverneur en werd het gezag in feite uitgeoefend door Herman van Speult met zijn raad.
Met de raad, want uit alle brieven, resoluties, memories uit die periode komt naar voren dat steeds opnieuw alle belangrijke beslissingen door een raad genomen werd, nooit door een man, zelfs al is hij gouverneur-generaal.

Wb. de oorsprong van deze verwarring: ik vermoed dat deze ontstaan is nav. hetgeen Rumphius hierover in "De Ambonsche historie" schreef (1ste deel, eind caput 6, begin caput 7). Na te vermelden dat Maartensz Blok "om gemeene rust wille de regeeringe afleide en overgaf in handen van den admiraal Steven Verhagen, en dezelve wederom aan zijn Luijtenant Gouverneur Herman van Speult", vervolgt hij onder het kopje "Van den vierden Gouverneur Herman van Speult": De laatste heeft "dog de drie eerste jaaren maar den titel van Luijtenant Gouverneur gevoert" eerst onder het hoger gezag van Van der Haghen, daarna onder Frederik Houtman. De laatste was begin October 1619 in Jacatra aangekomen, net voor het vertrek van Van der Haghen, en nam kennelijk zowel diens plaats in de Raad van Indië over als de titel van gouverneur van Ambon.


verwijzingen:
Tiele = P.A. Tiele "Bouwstoffen voor de geschiedenis der Nederlanders in den Maleischen Archipel;1886-1895 ", bevat ingekorte transcripties van enkele brieven van Van der Haghen
Colenbrander = H.I. Colenbrander: "J.P. Coen, Bescheiden omtrent zijn bedrijf in Indie", bevat integrale transcripties van de brieven van en aan J.P. Coen;